Als je kind in stuit ligt (met het hoofdje naar boven in plaats van naar beneden) aan het einde van de zwangerschap dan heb je vier keuzes:
We raden je een versie aan omdat dit van alle opties de minste risico’s heeft.
Ben je zwanger van je 1e kindje, dan doen ik een versie vanaf ongeveer 34-35 weken zwangerschap, afhankelijk van de ruimte in je buik en of je baby al begint in te dalen. Ben je zwanger van je 2e of daarop volgende kindje, dan kan de versie vanaf 36 weken of later plaats vinden.
Claudia van Soldt is opgeleid en bevoegd om uitwendige versies uit te voeren, zij is versiekundige en staat in het kwaliteitsregister van de KNOV. De versie vindt plaats op de eigen praktijk of in het ziekenhuis in Hardenberg. Na overleg met je ons kies je uiteindelijk zelf waar je de versie wilt laten plaatsvinden. Lukt de versie bij mij niet dan kunnen we de gynaecoloog vragen om een versiepoging met medicatie te proberen.
Voordat we kiezen
voor een versie, is er al een echo gemaakt. Daarbij is gekeken naar de positie,
de groei van je kind en de hoeveelheid vruchtwater. Ook is er gekeken of er
zichtbare redenen zijn waarom je kindje niet met het hoofd naar beneden ligt.
Meestal is hier geen aanwijsbare reden voor. Een stuitligging is geen
afwijking, het is een variatie in de ligging.
Het is fijn als je
samen met iemand komt en makkelijk zittende kleding draagt.
De versiekundige
legt jullie eerst uit wat je van de versie kunt verwachten en er is ruimte om
vragen te stellen. Ik neem ruim de tijd voor de afspraak zodat we
je kunnen helpen goed te ontspannen. Dit maakt de versiepoging makkelijker.
We luisteren altijd
langdurig naar het hartje van je kindje, voor en na iedere versiepoging. In de
eerste lijn doen we dit met de doptone, zoals we dit tijdens de gewone controles ook doen. In
het ziekenhuis wordt dit gedaan met een CTG-apparaat
.
Zowel in de eerste
lijn als in het Ziekenhuis is er een echo aanwezig. Hiermee wordt voor en na de
versie gekeken hoe je kindje ligt.
In het ziekenhuis kun je kiezen voor medicatie tijdens de
versie. Deze medicatie zorgt dat de baarmoeder extra kan ontspannen, waardoor
een versie makkelijker kan gaan. De medicatie kan soms milde bijwerkingen
hebben voor jou. Er zijn geen bijwerkingen voor de baby. De bijwerkingen zijn
van korte duur en meestal na een paar uur verdwenen.
Is je bloedgroep
rhesus-negatief en die van je kindje rhesus-positief, dan krijg je na afloop van
de versie een injectie met anti-D, of het nu gelukt is het kindje te draaien of
niet.
In de eerste lijn
zijn er naast jou en eventueel je partner, één of soms twee versiekundigen
aanwezig. In het ziekenhuis zal er naast de versiekundige ook een
verpleegkundige of doktersassistente aanwezig zijn.
Bij een uitwendige versie proberen we van buitenaf of het kindje met de
billen omhoog en het hoofd naar beneden wil gaan liggen. Je kindje moet zelf
meedraaien, de versiekundige kan niets forceren.
Het drukken op je buik kan soms
onprettig aanvoelen.
Als je hier te veel pijn van hebt, kun je dat aangeven en zal de
versiekundige stoppen met deze handeling. Als je kindje niet wil draaien, dan
lukt de versie niet. Soms lukt de versie direct, maar vaak zijn er binnen een
afspraak meerdere pogingen nodig om je kindje te laten draaien. Het is ook mogelijk enkele dagen later een tweede versiepoging te doen. Het kindje kan
voorover, of achterover draaien.
Een uitwendige versie is veilig, want er treden zelden tot nooit problemen
op tijdens de versie.